Veel overlevenden van kanker in deadolescentie of jonge volwassenheid worden getroffen door of lopen een verhoogdrisico op late effecten (bijv. hart- en vaatziekten) als gevolg van de ziekteen de behandeling ervan. Er is steeds meer bewijs dat lichaamsbeweging een vande meest effectieve therapieën is om de negatieve effecten geassocieerd metkanker en de behandeling ervan te verminderen.Vanwege hun leeftijd enlevensfase hebben jongeren specifieke voorkeuren en obstakels die van invloedzijn op hun deelname aan gezondheidsbevorderend gedrag, zoals lichaamsbeweging.Toch zijn er weinig studies uitgevoerd met jongeren en is er onvoldoende begripvan individuele lichamelijke activiteitsbehoeften. Als gevolg hiervan zijngezondheidsbevorderende interventies onvoldoende aangepast aan de voorkeurenvan jongeren.Deze studie, uitgevoerd door Scott Adams encollega’s, onderzoekt het lichamelijke activiteitsgedrag en de wensen van jongeoverlevenden. Hiervoor werden deelnemers (gemiddelde leeftijd 32) gevraagd naarhun huidige lichamelijke activiteit, sportgerelateerde doelen en wensen metbetrekking tot ondersteuningsprogramma’s. Opwindende resultaten kwamen naarvoren:

Huidig lichamelijk activiteitsgedrag
De meerderheid van adolescenten enjongvolwassenen voldoet aan de richtlijnen voor lichamelijke activiteit en meldtgemiddeld vijf uur per week te sporten. Mensen die zich identificeren als manen niet in behandeling zijn, beoefenen aanzienlijk meer intensieve sport.Slechts 5% geeft aan eerder deel te hebben genomen aan ziekenhuis- ofgemeenschapsprogramma’s voor kankersurvivors.Interesse in programma’s voor lichamelijkeactiviteitDe meerderheid heeft interesse inprogramma’s ter bevordering van lichamelijke activiteit en heeft als doel hunlichamelijke activiteit te verhogen.Start van programma’s voor lichamelijkeactiviteit80% van de jongvolwassenen geeft aan de voorkeur te geven aan hetstarten van programma’s voor lichamelijke activiteit binnen het eerste jaar nahun behandeling.

Locatie van programma’s voor lichamelijke activiteit
Op huisgebaseerde, online en universiteits- of hogeschoolprogramma’s hebben devoorkeur boven op ziekenhuizen gebaseerde programma’s, waarbij op huisgebaseerde oefeningen het meest populair zijn.Soort programma’s voor lichamelijkeactiviteitJongeren geven de voorkeur aan programma’sdie individueel zijn of gecombineerd (individueel en in groep). Uitsluitend opgroepen gebaseerde programma’s hebben minder de voorkeur. Individuele sportenworden iets meer verkozen boven teamsporten en recreatieve sporten hebben devoorkeur boven competitieve sporten. Krachttraining, wandelen en flexibiliteit zijn de meest populaire oefenmodaliteiten. Bootcamp-trainingen hebben de minstevoorkeur. Een groter deel van de vrouwen geeft aan de voorkeur te geven aan individueleoefeningen (inclusief yoga, flexibiliteit, wandelen). Mensen die nog inbehandeling zijn, geven de voorkeur aan yoga dan mensen die niet in behandelingzijn.

Beperking van deelname
Jongeren geven over het algemeen de voorkeur aanprogramma’s die leeftijdspecifiek zijn. Dit wordt gevolgd door programma’s diebeperkt zijn tot het type kanker en geslacht en alleen overlevenden van kankeromvatten. Vrouwen geven met name de voorkeur aan programma’s die beperkt zijntot leeftijd, geslacht, kankertype en kankeroverlevenden.Duur van programma’s voor lichamelijkeactiviteitDe meerderheid geeft de voorkeur aan meerdan 30 minuten lichaamsbeweging meer dan drie dagen per week.ConclusieHet wordtduidelijk dat de voorkeuren voor programma’s ter bevordering van lichamelijkeactiviteit zeer individueel zijn. Vaak verschillen voorkeuren per geslacht,behandelingsstatus en huidige lichamelijke activiteit. De voorkeuren vanjongeren verschillen ook van die van oudere overlevenden zoals bekend uiteerdere onderzoeken. Programma’s en interventies moeten daarom worden aangepastbinnen deze specifieke groepen. Hoewel de meeste respondenten een sterkeinteresse in programma’s ter bevordering van lichamelijke activiteit aangeven,heeft slechts 5% gebruikgemaakt van ondersteunende diensten. Dit suggereert datbestaande programma’s niet goed zijn afgestemd op de individuele behoeften envoorkeuren van overlevenden van kanker in de adolescentie of jongevolwassenheid.

Physical activity among cancer survivors.