Er is weinig bekend over waarom therapietrouw aan nazorg bij overlevers van kinderkanker (CCS) ontbreekt. Deze studie karakteriseerde barrières voor het volgen van follow-up zorg bij CCS, identificeerde sociodemografische correlaten van barrières en onderzocht of barrières voor follow-up zorg verband houden met gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Volwassen CCS (N=84) werden anoniem bevraagd via REDCap met behulp van de Barriers to Care Questionnaire (BCQ) en de Quality of Life Scale-Cancer Survivor (QOL-CS).

Er werden zowel beschrijvende als correlatieanalyses uitgevoerd. De mediane BCQ totaalscore was 88,5 (interkwartielafstanden: 78,4 tot 95,7), waarbij de grootste barrières werden gerapporteerd in de subschalen Vaardigheden (bijv. gemakkelijk navigeren door het gezondheidszorgsysteem) en Pragmatisme (bijv. kosten). Er was een statistisch significante correlatie tussen de BCQ totaalscore en de QOL-CS totaalscore (rs=0,47, P <0,0001) en de fysieke, psychologische en sociale QOL-CS subschalen (alle P 's<0,05).De resultaten toonden aan dat barrières voor nazorg voor CCS vooral gerelateerd zijn aan kosten en afsprakenlogistiek, en dat meer barrières voor zorg geassocieerd zijn met lagere gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven onder CCS. Het identificeren van belemmeringen voor nazorg is de eerste stap in het verbeteren van therapietrouw, waardoor late effecten van kankertherapie eerder kunnen worden opgespoord en morbiditeit en mortaliteit kunnen worden verminderd.Barriers to Receiving Follow-up Care Among Childhood Cancer Survivors