De behandeling van kinderkanker is in de loop der jaren aanzienlijk verbeterd, wat heeft geleid tot een aanzienlijke verbetering van de overleving tot 80%.

Overlevenden van kinderkanker lopen echter het grootste risico op het ontwikkelen van restverschijnselen als gevolg van de behandeling, waarbij endocriene complicaties vaak worden waargenomen bij overlevenden. Er zijn meerdere predisponerende factoren voor endocriene restverschijnselen geïdentificeerd, waaronder leeftijd bij diagnose, ontvangen behandeling, bestraling, tumortype en genetische polymorfismen, die de individuele aanleg voor het ontwikkelen van geneesmiddelentoxiciteit zouden kunnen verklaren.

Nieuwe middelen die gericht zijn op tumorgroei en immuuncheckpointremmers zijn recentelijk de hoeksteen geworden voor de behandeling van verschillende kankers, wat heeft geleid tot een groot aantal immuungerelateerde endocrinopathieën. Endocriene restverschijnselen van kankertherapie hebben niet alleen invloed op de kindertijd, maar ook op de overleving en kwaliteit van leven van deze zeer complexe patiënten.

Daarom is levenslange controle van overlevenden van kinderkanker die risico lopen op endocriene ziekten van het grootste belang. Het aanmoedigen van oncologen en endocrinologen om nieuwe richtlijnen voor follow-up en vroegtijdige opsporing te ontwikkelen die de restverschijnselen bij deze patiënten minimaliseren, is een prioriteit geworden en bevordert de integratie tussen pediatrische en volwassen afdelingen omdat veel restverschijnselen zich pas na jaren tot tientallen jaren follow-up kunnen manifesteren.

Endocrine Late Effects in Childhood Cancer Survivors