De opkomst van dosis-geïntensiveerde interval-gecomprimeerde therapie heeft de ziektevrije overleving voor patiënten met gelokaliseerd Ewing-sarcoom (EwS) verbeterd tot 78% op 5 jaar. Echter, bijna een kwart van de patiënten met gelokaliseerde tumoren en 60-80% van de patiënten met gemetastaseerde tumoren krijgen te maken met terugval en sterven aan de ziekte. Bovendien blijven degenen die overleven vaak achter met ernstige late effecten. Klinische kenmerken naast het stadium blijken ontoereikend om patiënten op een zinvolle manier te classificeren voor risico-gerichte therapie. Daarom is er een kritieke behoefte om benaderingen te ontwikkelen om patiënten met EwS te stratificeren op basis van moleculaire kenmerken. In de afgelopen tien jaar heeft nieuwe technologie de studie van meerdere moleculaire biomarkers in EwS mogelijk gemaakt. Voorlopig bewijs dat validatie vereist, ondersteunt veranderingen in kopieaantal en verlies van functiemutaties in tumoronderdrukkende genen als biomarkers voor uitkomst bij EwS. Initieel onderzoek naar circulerend tumor-DNA toonde aan dat diagnostische ctDNA-belasting en ctDNA-klaring tijdens inductie ook geassocieerd zijn met de uitkomst. Bovendien zou de fusiepartner een voorwaarde moeten zijn voor inschrijving voor klinische onderzoeken naar EwS, en het fusietype en -structuur vereisen verder onderzoek om de prognostische impact te bepalen. Deze opkomende biomarkers vertegenwoordigen een nieuw horizon in ons begrip van ziekterisico en zullen toekomstige inspanningen mogelijk maken om op risico afgestemde behandelingen te ontwikkelen.

Ewing-sarcoom, een zeer agressieve bot- en zachtweefselkanker, wordt beschouwd als een perfect voorbeeld van de paradigma’s van een translocatie-positief sarcoom: een genetisch gezien relatief eenvoudige ziekte met een specifiek en neomorf potentieel therapeutisch doelwit, waarvan de oncogene rol decennia geleden onweerlegbaar werd gedefinieerd. Dit is een ziekte die per definitie micrometastatische ziekte heeft bij diagnose en een sombere prognose voor patiënten met macrometastatische of terugkerende ziekte. Internationale samenwerkingen hebben de huidige standaardzorg gedefinieerd in prospectieve studies, waarbij meerdere cycli van systemische therapie worden gecombineerd met lokale behandeling; beide zijn geassocieerd met aanzienlijke morbiditeit die kan leiden tot sterke psychologische en fysieke belasting voor overlevenden. Niettemin bereiken de combinatie van niet-gerichte chemotherapeutica en voortdurend evoluerende lokale modaliteiten tegenwoordig een realistische kans op genezing voor de meerderheid van de patiënten met Ewing-sarcoom. In deze review richten we ons op de huidige standaard van diagnose en behandeling, terwijl we proberen enkele van de meest dringende vragen in de klinische praktijk te beantwoorden. Bovendien biedt deze review wetenschappelijke antwoorden op klinische fenomenen en definieert het af en toe de resulterende translationele studies die nodig zijn om de hindernis van met de behandeling geassocieerde morbiditeit en, nog belangrijker, niet-overleving te overwinnen.